De laatste vier-vijf weken had ik geregeld voorweeën of een harde buiken – het verwonderde me dan ook dat de voorweeën die uiteindelijk zouden overgaan in “echte” arbeid pas zondagnacht op maandagochtend vroeg begonnen. Enkele uren aan een stuk, en tegen dat Nina naar school gebracht moest worden voor haar eerste schooldag in het tweede jaar, werden ze ineens weer een stuk vager. Dimi en ik besloten haar samen te gaan brengen en naar de schoolopening te gaan. Daar merkte ik dat ik stukjes slijmprop begon te verliezen. Dimi en ik gingen samen naar huis en kropen in het zetelbed beneden om wat te knuffelen. De oxytocine deed haar werk en al gauw werden de weeën weer regelmatiger en steviger. Ik besloot het toch wat te negeren en ervan uit te gaan dat het om voorbereidend werk ging en Dimi ging in de namiddag gewoon naar zijn school om te werken.

Toen ik dus Nina tegen einde schooltijd weer ging afhalen werden de weeën opnieuw minder krachtig en vielen ze weer stil… tot op de terugweg: hoe dichter ik ons huis naderde, hoe vaker ze zich weer aandienden. Ik liet Nina naar een filmpje kijken en kroop naast haar in de zetel waar ik de weeën rustig opving, door-ademde en verwelkomde. Nadat Nina in bed lag en Dimi en ik weer in de zetel kropen dienden ze zich weer een stuk steviger aan: dit zou wel eens een begin van iets kunnen zijn, bedachten we! We lieten dus de vroedvrouw weten dat er iets op til was, maar dat ze nog niet per se hoefde te komen. Ze besloot om toch gewoon even langs te komen om polshoogte te nemen en stelde een tweetal cm opening vast – niet veel verandering dus met de laatste weken. We zouden terugbellen als ze regelmatig om de zeven minuten kwamen.

De hele nacht bleven ze zich aandienen, stevig genoeg om te moeten stoppen met praten en heftig zuchten en kreunen, maar nu eens om de 5 min, dan om de 7, dan weer om de 10 en 7 minuten … Niet regelmatig genoeg dus. Toch was slapen absoluut uitgesloten aangezien ze zich – en daar was ik al wat bang voor – vooral in mijn rug lieten voelen, zoals bij Nina destijds, en waaraan ik een soort traumaatje had overgehouden (het voelde op het einde alsof mijn rug doorgezaagd werd). Tegen de ochtend belden we terug naar de verloskundige. Ze sprong nog even binnen, stelde een extra centimetertje ontsluiting vast, maar nog steeds geen “echte-goed-op-gang-arbeid”. De vermoeidheid begon serieus toe te slaan… en werd aangevuld met een wel zeer vervelende diarree, vergezeld van hardnekkige darmkrampen. Oh zucht! Mijn motivatie begon te kelderen :-(.

We spraken af dat er tegen de avond toch wel wat schot in de zaak mocht zitten, aangezien ik serieus door mijn reserves heen begon te raken en niet meer wist of ik nog zo’n nacht zou volhouden. Ik was de uitputting nabij. We stuurden de verloskundige weer op pad en zetten de grote middelen in: immodium tegen de darmklachten, TLC, warme douches, sex, tepelstimulatie en in het donker cocoonen en proberen nog wat in te dommelen tussen de weeën en huilbuien. Het begon allemaal wel erg uitzichtsloos aan te voelen, en er doken doemscenario’s op in mijn hoofd over bijstimuleren in het ziekenhuis met rugweeën-stormen, waarbij ik de handdoek in de ring zou moeten gooien met alle gevolgen van dien.

De verloskundige kwam tegen 19.30 uur terug, maar in plaats van meer weeën of meer regelmaat waren ze weer afgezwakt (maar nog steeds te sterk om te kunnen slapen – help!). We begonnen dus onze vragen te stellen, scenario’s over “zo-hands-off-mogelijke-ziekenhuis bevalling”, met zo weinig mogelijk bijstimulatie. Intussen stripte ze mijn vliezen. Tijdens een heel openhartig gesprek met de verloskundige, waarin ik ook vertelde over hoe ik met angsten worstelde over ondraaglijke rugweeën en dat ruim een uur duurde, begonnen de weeën ineens sterker en regelmatiger te worden, tot wanneer de verloskundige ons er met een glimlach op wees dat ik nu om de vier minuten stevige weeën had! Dimi vulde het geboortebad – het warme water zou uitwijzen of het nu echt ging doorzetten of niet. Tijdens het vullen en spullen klaarzetten kwam hij snel bij iedere wee mijn rug stevig masseren. De verloskundige vertrok weer – we zouden terugbellen als het om de twee á drie minuten was, of wanneer we er behoefte aan hadden.

Ik klom in bad en oef! de weeën bleven komen, Dimi masseerde er stevig op los en ik kreunde en vocaliseerde tijdens iedere wee. Nog geen halfuurtje later waren de weeën er iedere 2 min en begon ik het echt wel héééél moeilijk te krijgen… we belden dus de verloskundige weer. Toen ze een half uur later kwam zat ik op handen en knieën op het zetelbed wild heen en weer te bewegen en te schreeuwen tijdens iedere wee. Ze checkte, en ja hoor: 7 centimeter! Dit zou, met dit soort weeën, echt niet meer lang duren beloofde ze. Dus ze belde haar collega op. Ik danste, stampvoette, hurkte, ging op de wc zitten (duwde soms al even zachtjes mee), joelde, huppelde, wiegde tijdens de héééél erg snel op elkaar volgende loeders van rugweeën. En toen zag ik het niet meer zitten: dit hield ik NIET meer vol. Ik had het gevoel dat ik uit elkaar aan het scheuren was. Dit was vele malen heftiger dan Nina’s al errrg heftige geboorte. De verloskundige nodigde me uit nog heel even te mogen toucheren. Uiteraard: een dikke 9 cm – enkel nog een “anterior lip”, maar daar hoefde ik me geen zorgen over te maken. Ze zei dus dat ik, als ik wou brullen, zeker wat lager mocht brullen, vanuit mijn buik. In plaats van “aiaiaineeneeeauwauw” te roepen begon ik, terwijl ik op handen en knietjes op het zetelbed zat, onder enthousiaste aanmoediging van de verloskundigen (de 2de was intussen aangekomen), uit volle borst en onderbuik “njaaaaaarrrrrrgggh!!!” te oerbrullen.

Ook Dimi had het moeilijk, voelde zich machteloos, omdat hij me niet meer mocht aanraken of rechtstreeks fysiek ondersteunen. Maar we gingen wel allebei naar een steeds ‘dierlijker’ staat en hadden af en toe nog oogcontact. Hij zat naast mij op het zetelbed en ondersteunde me vooral energetisch (weliswaar met tranen in de ogen); inwendig mee brullend, de ondersteuning van alle vrouwen oproepend en vertrouwend op een goeie afloop. Tijdens een van die vele brulmomenten voelde ik plots iets veranderen: ik voelde Yoki’s hoofdje naar beneden zakken. Dit gaf moed!!! Ik begon harder te brullen en de twee verloskundigen moedigden me blij aan. Ze vertelden dat het hoofdje zichtbaar was! Ik perste en brulde tijdens iedere wee (had eigenlijk geen overweldigende persdrang zoals bij Nina) en een vijftal persbrullen (tijdens de voorlaatste braken mijn vliezen en “doopte” ik de verloskundige die achter mij zat) later voelde ik die herkenbare “ring of fire”, puf puf puf, en dan: zijn hoofdje dat zonder enige inscheuring naar buiten gleed!!! Ik riep tegen Dimi dat het nu niet lang meer zou zijn, hij was er bijna! Ik voelde heel duidelijk zijn hoofdje dat naar buiten stak en de rest van zijn lijfje binnenin. Ik wachtte geduldig op de volgende wee, ervan uitgaande dat het ergste achter de rug was. Yoki bleek echter nogal breedgeschouderd te zijn en bleef “haken” achter mijn perineum. De verloskundige hielp hem dus even mee, maar intussen hadden zijn schoudertjes wel twee scheurtjes veroorzaakt (hetgeen me eigenlijk allemaal geen barst kon schelen op het moment zelf, hij zou geboren worden. ECHT nu!), en liet hem dan voorzichtig tussen mijn benen naar beneden glijden. Hij was er en liet bij de eerste ademteug meteen een hoop meconium los.

Ze schoven hem tussen mijn benen naar voor, hij huilde hard en werd binnen de tien seconden prachtig roze, waar we hem bewonderden en verwelkomden. Dimi liet zijn tranen de vrije loop, ik raapte hem dolblij op. Intussen werd hij afgedroogd en kreeg hij precies dezelfde rode handdoek om die Nina had omgekregen bij haar geboorte.

We hebben daarna volop van hem genoten terwijl de verloskundigen alles opruimden en me hechtten. O ja, voor het hechten werd de placenta nog geboren, een lotusgeboorte dus (lees meer), we lieten hem pas na geruime tijd met twee navelvetertjes afnavelen. Ondanks de vermoeidheid zijn we nog uuuren wakkergebleven om van Yoki te genieten. Hij drinkt krachtig en goed, zeker een vijftal keer tijdens het eenhandig neertypen van dit verhaal, en is al een behoorlijke borstjunk. Aan kleertjes doen we niet, (bijna) enkel huid-op-huid. De grootouders waren pas vanaf de derde dag welkom en de rest van de wereld kon ons voorlopig nog even gestolen worden ;-). Hij heeft rode plekken op zijn schoudertjes, en die doen hem duidelijk wat pijn, dus hij huilt af en toe – maar is per borst uiteraard snel getroost. Een week later bezochten we een osteopate, en zij heeft zijn sleutelbeentje en borstbeentje behandeld, waardoor ook dit euvel was opgelost.

Yoki betekent zowel ‘regen’ (Hopi) als ‘positieve’ (Yo) ‘energie’ (Ki), en Aaron betekent ‘berg van kracht’. Intussen heeft Nina hem ook ontmoet en ze is al net zo verliefd…

Dit bevallingsverhaal werd geschreven en gedeeld door Eva deMuynck. Dank Eva voor het delen!

Auteur: Stichting De Geboortenis

Auteur: Stichting De Geboortenis

Stichting De Geboortenis in Zutphen is er voor alle zwangeren en (wens)ouders. Het Geboorteplatform biedt de zorgprofessional toegang tot informatie over symposia, lezingen, [bij]scholing en andere belangrijke evenementen voor professionals in de geboortezorg. De Geboortenis werkt aan de realisatie van een ecologisch geboortehuis in Zutphen.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Schrijf je nu in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en ontvang als eerste het nieuws over nieuwe trainingen, blogartikelen en bijeenkomsten.

Newsletter Form (#1)